donderdag, februari 24, 2005

Negen vragen aan Lies Van Gasse

Onlangs brachten we op deze bladzijden het bericht dat Lies Van Gasse met veel overtuiging de poëzieprijs van Harelbeke in de wacht had gesleept. Heel opmerkelijk daarbij was evenwel dat de jonge dichteres (°Sint-Niklaas 1983) het presteerde om zowel bij de jeugd (< 25jaar) als bij de volwassenen de hoofd(ere-)prijs naar Sint-Niklaas mee te nemen. Wellicht nog niet vaak vertoond. Een heel mooie reden vonden wij om haar met plezier wat voorspelbare vraagjes voor te leggen: Negen vragen aan Lies Van Gasse. Hier gaan we.

W&E: In Harelbeke won je onlangs zowel de poëzieprijs voor de jongeren als die voor de volwassenen. Ook voor jou een heuse verrassing?

Lies Van Gasse: Misschien is het wel interessant hier even de omstandigheden te schetsen van mijn deelname aan de wedstrijd in Harelbeke. Ik kwam uit een nogal moeilijke periode, mijn leven was langzaam maar zeker veranderd in een enorme chaos en op Sint Lucas had ik een deadline op 15 november. We hadden een opdracht met de prachtige naam "Alles kan beter", waarvoor het de bedoeling was een grafisch werk als uitgangspunt te nemen en te verbeteren. Ik had het idee een alternatieve reisgids te maken over Milaan, de stad waar ik een half jaar gestudeerd heb, en ik denk niet dat ik ooit tevoren zoveel aan een opdracht gewerkt heb als die week. Je zou kunnen stellen dat ik tussen acht en vijftien november ongeveer twaalf uur geslapen heb, weliswaar over de hele week gespreid. Aangezien de inzending ook een van die dagen binnen moest zijn, heb ik dus echt in een bevlieging een paar dingen opgestuurd, zonder mij af te vragen dewelke. Mijn dubbele overwinning kwam dus inderdaad als een verrassing. Ik was bijna vergeten dat ik aan de wedstrijd had deelgenomen.

W&E: Erg traditionele vraag: gedichten, poëzie... Waar en wanneer begon je met het schrijven van poëzie? En zo mogelijk nog voorspelbaarder de vraag naar het waarom?

Lies Van Gasse: Ik denk dat hier mijn antwoord net zo traditioneel is als de vraag, althans, dat hoop ik voor de meeste kinderen. Ik was zes, leerde schrijven en plots kon ik met woorden wat ik al zolang deed met verf. Ik herinner mij dat ik de meeste leesboekjes betrekkelijk oninteressant vond en dat ik in een oud agenda verhalen begon te schrijven en te illustreren. Ik vond dat ik het beter kon, denk ik. Ik
gebruikte hiervoor onder andere stukjes snoepverpakkingen, zilverpapier, dat soort dingen... In het tweede verhaal wilde mijn toenmalig alter ego trouwen met een prins en ze schreef voor hem een gedicht. Sindsdien schrijf ik dus poëzie, maar om het met Picasso te zeggen: "ieder kind is een kunstenaar, het is alleen moeilijk er een te blijven wanneer je groot wordt". Ik herinner me mezelf dan wel als een steeds verder schrijvend en tekenend kind, maar het is uiteraard pas sinds een paar jaar dat ik daar op een bewustere manier mee omga. En al schrijf ik nu en dan een geslaagd gedicht, een dichter durf ik me nog steeds niet noemen.

W&E: Schrijf je ook wel eens proza of andere dingen?

Ik schrijf ook wel eens proza, al moet ik toegeven dat ik het daar moeilijker mee heb. Ik ben zelden echt geïnteresseerd in de opeenvolging van gebeurtenissen. Wat mij in het schrijven drijft, zijn persoonlijkheidsstudies, het aanraken van veelal sociale mechanismen, de situatieschets, dat soort dingen. Ik hoedanook meer iemand die de horizon afspeurt naar dichtelementen , facetten van het leven die mij intrigeren, dan iemand die zich interesseert voor de plot, de verhaallijn en de spanningsboog. Al ben ik nu wel op Sint Lucas, waar ik beeldende kunst studeer, een heel project aan het uitwerken rond een zelfgeschreven verhaal.

W&E: Eerder lazen we al poëzie van jou in Deus ex Machina. Staan er binnenkort nog nieuwe publicaties op stapel?

Het is een van mijn plannen daar in de nabije toekomst nog eens werk van te maken. Voorlopig echter staat er alleen nog maar poëzie van mij in het internetmagazine Meander ( www.meandermagazine.net)en wordt daar binnenkort ook een stuk proza gepubliceerd.

W&E: Werk je aan een bundel, en zo ja hoever sta je daarmee?

Ik ben inderdaad aan een bundel aan het schrijven en die begint steeds meer vorm te krijgen. Ik wil op dat vlak echter niets overhaasten, omdat ik wil dat het een coherent en interessant werk wordt. Maar de bedoeling is in ieder geval dat, als de omstandigheden meewillen, hij er ooit komt.

W&E: Studeer je nog?

Ik studeer beeldende kunst aan Sint Lucas in Antwerpen. Ik zit daar in het laatste jaar en om verdere vragen voor te zijn: nee. Wat ik daarna ga doen is voorlopig nog tamelijk onbepaald.

W&E: Onlangs verscheen de bloemlezing "Op het Oog", 21 dichters voor de 21° eeuw... Is die je bekend? Wellicht had je daar willen bij zijn?

Op beide vragen ja, helaas.

W&E: Doe je zelf soms mee aan lezingen en heb je voeling met de podiumpoëzie die momenteel hoogtij viert?

Ik lees wel eens voor uit eigen werk en ik vind dat meestal leuk. Mensen te betrekken bij je poëzie op zo'n directe manier heeft wel iets, vind ik. Al schrijf ik dan weer niet de effectpoëzie waarin echte slammers zo bedreven zijn. Tegenover hun werk heb ik iets dubbels. Langs de ene kant intereseert het me allemaal geweldig, er is zelfs sprake van een zekere fascinatie maar langs de andere kant kan ik niet om het feit heen dat wat ik produceer vaak te breekbaar is voor de remix met de dj of andere hippe procédé's. Hoe jammer ik het soms ook vind, ik denk dat mijn teksten eerder gelezen moeten worden dan performd.

W&E: Onderken je invloeden van buitenuit? Welke dichters en schrijvers dragen je voorkeur weg?

Uiteraard. Ik heb een immense bewondering voor Rutger Kopland, Gerrit Kouwenaar, was behoorlijk gecharmeerd door de vroege bundels van Lanoye en Fantoompijn van Arnon Grunberg was ooit mijn mythe. Ook Kafka, Pirandelli, David Grossman, Canetti en Yeats hebben ooit veel indruk op mij gemaakt. Directe invloeden zijn vaak echter dichter bij huis te zoeken. Zo heeft het taalgebruik van mijn ouders mij ontegensprekelijk beïnvloed, alsook de intensieve discussies over taal, literatuur en kunst die ik met mijn vrienden voer. Met Yves Peirsman, een van mijn beste vrienden, houd ik soms heuse debatten over onze teksten, bijna even openhartig als hoe ik in Italië mijn plastisch werk bespreek met vrienden. Uiteindelijk zijn het dat soort dingen die je het meest beïnvloeden, lijkt mij. Ik vind het heerlijk teksten te lezen van vrienden, zowel gedichten als mails of brieven. Hetgeen mij daarin het meest deugd doet is het besef dat er nog veel gedacht en geschreven wordt. Dat is wel iets dat mij bezighoudt. Ik vind het belangrijk dat mensen nadenken over de wereld, over kunst en over zichzelf en zich een manier zoeken om dat te ventileren. Hun gedachtengoed manifesteren, zeg maar.

W&E: Waar hoop je uiteindelijk zelf met het schrijven uit te komen?

Dit vind ik de moeilijkste vraag, omdat ik zelf niet in dat soort termen denk. Ik heb een heleboel 'te vertellen' en eigenlijk draait het er voor mij om die dingen tot bij een publiek te krijgen, op de meest gepaste manier. Hoe idealistisch dat ook moge klinken, mijn ambities liggen uiteindelijk vooral daar en, om even een open deur in te trappen, dan zien we wel.

En wij van Witlof & Ereprijs, wie zijn wij om Lies Van Gasse daarbij niet alle succes (en massa's wit en ander lof)toe te wensen.


Externe linken:
Deus ex Machina
Lies Van Gasse bij Deus ex machina
Meandermagazine
Lies Van Gasse bij Meandermagazine
Op het Oog bij Uitgeverij P , het Windroos-log, en op Poëzierapport

Geen opmerkingen: